Tilburg, 9 februari 2013
Eind deze maand gaan de volksvertegenwoordigers in de 2e kamer debatteren over het totaalrookverbod in de horeca. Niet alleen in de restaurants en grote uitgaansgelegenheden, maar ook in de kleine cafeetjes.
Wie zijn de mensen die daar over gaan beslissen? Weten ze wel waar ze een beslissing over gaan nemen? Weten ze welke verstrekkende gevolgen zo’n verbod met zich meebrengt? Zijn ze ooit in een klein café, meestal een buurtcafeetje, geweest? Hebben ze enig idee hoe belangrijk zo’n café in de wijk is? Dat er mensen zijn, die daar al meer dan 40 jaar komen voor hun pilsje, een spelletje biljart, een praatje, een dobbeltje en een kaartje.
En ja; velen, zo niet de meesten van hen, roken.
Ik heb me, eigenaar van zo’n buurtcafé, 4 maanden gehouden aan het rookverbod en moest kiezen tussen ongehoorzaam zijn of sluiten. Een buurtkroeg kan niet bestaan zonder roken. Nu niet en niet in de nabije toekomst. Misschien later wanneer de jeugd, die naar men zegt minder gaat roken, langzaam de plaats inneemt van de oudere stamgast.
Veel van het verenigingsleven speelt zich af in het buurtcafé met biljart- en dartscompetities . We hebben al gezien dat mensen afhaken, omdat ze nu eenmaal hun sigaretje missen. Grotere cafés kunnen een rookruimte bieden, of ze behangen hun terras met warmtelampen. Een klein café heeft die luxe niet. Bij een klein café moet de bezoeker in de kou naast de voordeur staan met hun dagelijkse sigaar of sigaret, hetgeen leidt tot overlast bij de buren.
Maar even belangrijk is het gemis aan dagelijks contact dat vooral de niet meer werkende zal gaan missen bij een rookverbod. Waar anders dan in de buurtkroeg zijn er nog, soms diepgaande, gesprekken tussen senioren en jongeren, met name studenten? De jeugd kan heel wat leren van de kennis en levenservaring van hun “opa’s” en waar kan je dat beter doen dan aan de bar met een gezellig pilsje? En juist deze “opa’s zullen verstek laten gaan bij een rookverbod.
Dan is er nog een financieel aspect. Veel echtparen,veelal zonder personeel,die hun hele leven lang alle energie gestoken hebben in de gastvrijheid van hun cafeetje, zijn niet in staat geweest een behoorlijk pensioen op te bouwen. Buurtkroegen zijn echt al lang geen “goudmijntje” meer. Zij hopen met de verkoop van hun zaak mettertijd dat “pensioentje” nog aan te vullen. Met een rookverbod in zicht is hun levensinvestering zo goed als niets meer waard en hebben ze nog een schamel aow-tje in het verschiet. En we weten wat dat inhoudt.
Bij sommige gelegenheden, bijvoorbeeld de wekelijkse quiz op maandag, mag er bij mij niet gerookt worden. De ondernemers zijn zelf best in staat te beslissen wanneer er wel of niet gerookt mag worden. Daar zijn het onderneme rs voor.
Totaal rookverbod? Buurtcafé weg. Een sociale verarming.
Laat het kleine café niet in rook opgaan.
Rob Verbunt