20 Jaar in de Troubadour

Artikel in het Brabants Dagblad:

Twintig jaar in een van oudste kroegen van Tilburg

 Rob Verbunt staat sinds eenentwintig jaar achter de toog van De Troubadour, een van de oudste cafés van Tilburg. Ooit zaten er zes buurtkroegjes in de Capucijnenstraat, nu is het er nog maar een.
De eerste drie jaar heeft Rob Verbunt (64) het geprobeerd, zeven dagen per week open zijn. Maar dat bleek toch te zwaar, en vrij funest voor het bijhouden van de administratie. Sinds 2005 is De Troubadour aan de Capucijnenstraat, een van de oudste kroegjes van Tilburg, dus zes dagen in de week open.
Verbunt is een bekende in de Tilburgse horeca, hij bezat ooit (mede) drie kroegen het centrum. Bobbie Bunt (nu Lokaal Zeven), Het Onverstand op de Oude Markt  en ongeveer een jaar was hij mede-eigenaar van De Boekanier. Toen hij met die drie kroegen stopte, dacht hij: nooit meer horeca. Klaar mee. Maar hoe gaan die dingen.
Verbunt bereisde Australië, bouwde mee aan Anvers en de Sinjoor, werkte twee jaar als computerprogrammeur, maar kwam erachter dat het dat ook niet echt was. En toen kwam De Troubadour vrij, en hij woonde toch al daar in de buurt, dus waarom niet? Op 1 september 2002 stapte hij met de sleutel in zijn broekzak de drempel over, en voorlopig stopt hij er nog niet mee. Veel te veel naar zijn zin.
Maar toch, een buurtkroeg in deze tijden van grootschalige en massale horeca, wegvallende sociale cohesie; hoe hou je dan een buurtcafé van minder dan 70 vierkante meter draaiende? Veel organiseren, is het devies. Twee biljartverenigingen “Moeilijk? Juist heel leuk. Buurtkroegjes die echt alleen maar bestaan van mensen uit de buurt zijn er bijna niet meer. We hebben veel verenigingen, veel aanloop.”
De Troubadour is zo’n café waar het volk veelsoortig is: schrijver zit er gemoedelijk te kletsen met ondernemer of met een stratenmaker of een huismoeder, aan de bar of tegen de bruine schrootjes aan de wand, onder de prijzenkast van de biljarters of aan de tafel met daarin uitgesleten borden voor scrabble of Mens-erger-je-niet. Zo hoort het ook.
Het allermoeilijkste aan een buurtkroeg? “Moeilijk? Het mooiste is het contact met en tussen de mensen. Het kent mekaar allemaal, mensen vinden elkaar hier. Als ze geen zin hebben om te praten, gaan ze een krant lezen ofzo, maar hier blijft niemand alleen op een hoekje van de bar zitten. Mensen voelen zich hier snel thuis, en wie zich niet thuisvoelt komt niet meer.”|In de buurt zelf wordt het café volgens Verbunt ‘goed gepruimd’. Kwestie van zorgen dat je niet voor overlast zorgt, en vijfdubbele ramen. “Ik denk dat er in twintg jaar drie keer gebeld is of het wat zachter kon.”
Dit jaar bestaat de Troubadour 108 jaar.. De eerste inschrijving bij de Kamer van Koophandel stamt in elk geval uit 1915. Toen schreef vader Van Ham De Troubadour in als Koffiehuis (later nam diens zoon het over).
Vooruit toch nog iets ‘moeilijks’ aan een buurtcafé: het imago. Er is een soort terughoudendheid om er binnen te stappen, merkt Verbunt. “Dat probeer ik dus te tackelen door veel te organiseren.”

Deze slideshow vereist JavaScript.

Reacties zijn gesloten.